Menu

Besef van crisis en urgentie is veel sterker dan tien of twintig jaar geleden – interview met dr. Wim Dekker

Redactie Theologie.nl

Een jaar geleden, op 28 april 2011, verscheen het boek  ‘Marginaal en missionair’ van Wim Dekker. De ‘kleine theologie voor een krimpende kerk’ heeft sindsdien veel losgemaakt. Inmiddels is de 5e druk verschenen. Een terugblik: ‘Er is veel meer besef van crisis en urgentie dan tien jaar geleden. ’
De publicatie van het boek heeft in brede kring reacties opgeroepen; recensies, gesprekken, blogs, tweets (zie www.izb.nl). Bijval en tegenspraak.
‘Veel mensen blijven haken bij de passages in het boek over crisis en oordeel, het handelen van God met zijn kerk in ons land. Ze zeggen niet dat de analyse klopt, maar wijzen die ook niet af. Ze herkennen veel van wat ik schrijf over twee ervaringen die langs elkaar schuren. Aan de ene kant de afval, mensen die via de achterdeur uit de kerk verdwijnen, ook in de kring van het gezin, de familie en vrienden.  Het lijkt alsof er een hele andere geest waait, waardoor mensen het geloof gewoon zien verkruimelen tussen hun vingers. Aan de andere kant worden mensen vandaag juist uitgedaagd om meer missionair te zijn. De Protestantse Kerk is meer dan ooit missionair. Die twee ervaringen botsen op elkaar. Doen we iets verkeerd? We zetten ons in voor missionair werk en toch gaat het achteruit. We lijken ten prooi aan krachten die ons te boven gaan…
‘Marginaal en missionair’ onderscheidt zich van andere boeken over dit thema, dat het beschrijft ‘hoe het is’ in plaats van ‘hoe het zou moeten zijn’. Dat roept herkenning op, vooral bij collega-predikanten. Nu eens niet een boek over idealen – waarbij je dan denkt: misschien dat het bij deze of gene gemeente ‘lukt’, maar bij ons is dat tot nu toe nog niet het geval – maar over de rauwe werkelijkheid, waar we dagelijks middenin zitten. Dat heeft iets vertroostends. En het stimuleert de bezinning op het handelen van God, die deze weg kennelijk met ons gaat.’
De kerk maakt een terugtrekkende beweging, althans in Nederland en West-Europa. Elders in de wereld bloeit ze op.
‘Ik zeg niet dat het evangelie uit West-Europa verdwijnt, maar wel dat er voor ons een andere tijd aanbreekt.  Het Constantijnse tijdperk, waarin de kerk een bevoorrechte positie had, ligt achter ons. De kerk zal wel blijven, denk ik, maar in een heel andere gestalte, als kleine minderheid. Hoe stellen wij ons daarop in? Kun je evengoed blijmoedig christen zijn in zo’n context? Dat zijn brandend-actuele vragen.’
Probleem
Bram van de Beek schrijft over het verschil tussen ‘probleem’ en ‘crisis’. Heeft de kerk een probleem, dan zoekt ze een oplossing. Beleeft ze een crisis, dan dient ze zich te bekeren.
‘Dat ben ik met hem eens en daar botst het ook wel met lezers. Er is een categorie die mijn boek veel te pessimistisch vindt en de crisis beschouwt als een ‘uitdaging’. Maar dan ervaar je de situatie toch nog teveel als een oplosbaar ‘probleem’. Bekering vraagt een heel traject van verootmoediging, waarin je een heleboel kwijtraakt. Mogelijk ontdek je ook nieuwe dingen, maar  dan als geschenk van God geeft; niet zozeer eigen vindingen.
In de Bijbel worden  situaties die wij benoemen als ‘problemen’ altijd gerelateerd aan het handelen van God. Hij heeft er iets mee voor. Dat is een andere dimensie. ‘Problemen oplossen’ zoals er vandaag over wordt gesproken,  is zo bezien: menselijk spreken over een geestelijke zaak. Als je die problemen aanpakt zoals je gewoonlijk met andere problemen omgaat , kom je helemaal niet toe aan de vraag wat God je in deze situatie heeft te zeggen, te leren.’
Wat dan?
‘Die me veel gesteld in het afgelopen jaar.  Zouden we dan niet veel meer moeten bidden? Ds. Kees van Ekris heeft tijdens de lezersdag de vraag opgeworpen of het mogelijk is de secularisatie stuk te bidden. Hij vertelde het verhaal van de rabbijn, die meer sympathie had voor Abraham dan voor Noach. Want Noach liet het toch maar gebeuren dat de zondvloed kwam, Abraham deed voorbede.
En als we ons moeten bekeren, zei ds. Bert Karel Foppen, tijdens die dag. Op welke punten dan? Is dat concreet aan te wijzen? Dat blijft in het boek vaag, hoewel de tekst die vraag wel sterk oproept. ‘
Context
Het is eigenlijk een vraag naar de spiritualiteit van een krimpende kerk.
‘Hoe we onze context ervaren  is sterk bepalend voor de manier waarop we bijbellezen, bidden en omgaan met God. Als  je denkt ‘we hebben een probleem, wij moeten er tegenaan’, dan ga je bidden om kracht en om vindingrijkheid. En je raadpleegt de bijbel als was het  een ‘handboek voor missionaire activiteiten’.  Dan vind je ook nog wel een paar teksten.
Ik kan daarom niet vaak genoeg onderstrepen hoe belangrijk het is dat we het in zekere mate eens worden over de analyse van de situatie waarin de kerk zich bevindt. Zolang we daar zeer uiteenlopende gedachten over hebben, belemmert dat een zinvol gesprek over wat ons nu te doen staat.
Om het concreet te maken: er zijn collega’s die vandaag in het kader van gemeenteopbouw een serie bijbelstudies of preken houden over Nehemia over de herbouw van de tempel. Alsof die context zomaar is te vergelijken met de onze. Wie zegt dat? Ik in ieder geval niet. Ik ervaar dat als een heel andere wereld. Dit is niet de tijd van opbouw en uitbouw, maar van beproeving. We liggen op de zeef en het zal blijken wat ervan overblijft. We teruggeworpen op de kern van ons geloof. ‘Wilt gij ook niet heengaan?’ Als je vanuit die context de bijbel leest, dan vallen je heel andere gedeelten op, met andere accenten. Je ontdekt dat geloven ook in de bijbel nooit een vanzelfsprekende zaak is geweest. De kruisiging van Christus, zijn afwijzing, gaat een veel grotere rol spelen in je (geloofs)leven. Nochtans is dat niet het laatste woord, al is het door het oog van de naald gegaan.
Dwarsverbindingen
Je hebt ook reacties gekregen in de trant van ‘Wat een zwartkijker is die Wim Dekker nou toch. Bij ons gaat het nog redelijk/goed.’
‘Ja, maar die lezers kijken niet verder dan hun eigen gemeente. Meestal een gemeente in een groeisituatie of een keuzekerk, die is gegroeid ten koste van veel afbraak in de regio. Geen misverstand: het is mooi dat er bloeiende gemeenten in Nederland zijn, maar ze kunnen de deplorabele situatie van de kerk in het algemeen maskeren.  Ook een beroep op explosieve groei van de kerk in Afrika of Azië, mag ons de ogen niet doen sluiten voor de ernst van de crisis hier. Wie denkt dat het kopiëren van de aanpak of de spiritualiteit van de kerken in andere werelddelen zal leiden tot een revival, heeft het mis. Dan maak je je los van 2000 jaar Europese geschiedenis. Je kunt niet zomaar tijdloos dwarsverbindingen leggen door de wereld. ‘
Verbond
Stefan Paas heeft op dit punt wel munitie aangedragen, tijdens je promotie. Als je zo refereert aan de volkskerken, die in Europa zijn afgebrokkeld, dan blijft je in het probleem hangen, zegt hij. We maken deel uit van een multiculturele, multireligieuze samenleving een mondiale samenleving. Bovendien: de kerk mag gemarginaliseerd zijn, maar was het ooit veel beter? Kun je de kansen die deze situatie biedt, niet spiegelen aan situaties elders in de wereld? Paas benadrukt veel minder die historische lijnen en taxeert de waarde van het Constantijse tijdperk ook heel anders.
‘Daar gaan de wegen wel uiteen. Natuurlijk, ik laat me graag inspireren door mooie dingen die in Azië en China gebeuren. Maar in de analyse van onze context, zeg ik: God gaat zijn gang in de geschiedenis van Europa. In die geschiedenis wordt nu een nieuw hoofdstuk geschreven.
Een verwijzing naar kerkgroei en –bloei in Azië helpt je niet, als je in een reformatorisch of evangelisch milieu opgroeit en je de afbrokkeling van de kerk in ons land op je in laat werken.  Natuurlijk, christen-jongeren die hier in de minderheid zijn, kunnen zich laten bemoedigen door geloofsgetuigenissen die ze op internet lezen van leeftijdgenoten elders in de wereld. Ze kunnen op werkvakantie geloofsgenoten ontmoeten. Dat zijn mooie dingen, maar dat is wel een heel ander verhaal. Ik zie nog steeds het belang van de historische denklijn.  De beweging van ongelovigen in de tijd van de Verlichting, heeft zich in de 19e eeuw voortgezet en  is in de 20e eeuw door democratisering en emancipatie algemeen geworden. Nu worden de laatste bolwerken die bereikt, die van orthodoxe christenen. Als dat proces op je in laat werken in het licht van het verbond, dat altijd zo’n grote rol gespeeld heeft in onze kerkelijke traditie, dan is dat schokkend. De traditie van geloven van geslacht op geslacht, wordt finaal afgebroken. Overgrootvader was christelijk, opa ook, maar nu: de kinderen worden niet meer gedoopt; kleinkinderen weten er niets meer van. Dus hoe zit dat met het verbond van God, van generatie op generatie, waar mensen altijd op gepleit hebben?
Dat zijn belangrijke elementen in mijn analyse: Ik houd van de volkskerk. Ik vind ook niet dat de Constantijnse tijd niet een vergissing is geweest. God gaat een relatie aan met een volk, van geslacht op geslacht.  In dat proces komt nu in een breuk. ‘
Leiding
Wordt de ernst van deze crisis naar jouw indruk voldoende beseft?
‘Het besef van crisis en urgentie is veel sterker aanwezig dan tien of twintig jaar geleden. Als je indertijd over missionair werk sprak, overheerste er nog veel meer de gedachte van restauratie, herstel, afgedwaalden terugbrengen naar de kudde. Dat idee is weg. Eerder proef je iets van ‘het is dweilen met de kraan open’. Of: het is iets heel nieuws, als mensen tot geloof komen.
Intuïtief voelen mensen aan dat de tijd van ‘geloven van geslacht op geslacht’ passé is. Het is een wonder als je tot geloof komt. De kans dat de gedoopte kinderen afvallen is zeer groot. Dat brengt tot verlegenheid. Niemand zal zeggen: ‘God handelt niet meer’ of:  ‘God is weg, de Heilige Geest is van ons geweken.’ Het zou ook zeer onterecht zijn als dat gezegd zou worden. Maar God gaat een nieuwe weg en er kraakt en scheurt veel. De huidige tijd, met de verwarrende indrukken – afval hier, kerkgroei elders, ongelovige kinderen en kleinkinderen, het levensklimaat – vraagt om geestelijke leiding.’
Waar bestaat die uit?
‘In de crisis tussen de twee wereldoorlogen kwam in Duitsland de theologie van het Woord op. Karl Barth zei: ‘het is voor ons een grote verrassing dat het Woord ons in deze crisis meer nabij is dan ooit daarvoor’. En dat kwam omdat hij en anderen de bijbel gingen lezen in de context van de afbraak, met een sterke concentratie op het kruis. Ze herontdekten het werk van Luther, niet door zo maar weer eens een paar boeken van hem op te slaan, maar vanuit de nood van de toenmalige situatie.
Als wij nu in deze tijd, vanuit deze analyse, vanuit onze verwarring, opnieuw de bijbel lezen, zullen we ontdekken wat het vandaag betekent om de Gekruisigde te volgen. Daar ben ik diep van overtuigd. Lees de nieuwtestamentische brieven: geen spoor van triomfalisme. Eerder een zich verblijden in het lijden, doordat we met Christus lijden in de hoop op zijn heerlijkheid.
Daarom vind ik het zo mooi als mensen over dit boek zeggen dat het gaat over ‘hoe het echt is’.
Als je daar bent aangeland en je gaat de bijbel lezen, dan zul je merken dat God daar ook is. God is daar waar wij echt zijn: in onze verlorenheid, waar het ons bij de handen afbreekt. De bijbel is er vol van.’
Gemeenschap
Maar waar leg je dan de accenten in het leidinggeven. Wat ga je dan vooral (niet) doen?
‘Het valt me op dat er nog zo vaak wordt gepreekt, dat er nog zoveel bijbelkringen worden gehouden vanuit een soort tijdloos geestelijk leven. Maak veel meer de situatie bespreekbaar waar mensen nu inzitten.  In veel gemeenten gebeurt dat niet, uit angst voor somberheid.  Oké , we willen het er wel een avondje over hebben, over verootmoediging en zo, maar daarna moeten we weer verder met andere dingen…
Terwijl je juist door de ernst van de vragen onder ogen te zien, de kracht van de gemeenschap (opnieuw) kunt ervaren. De gemeente van heel uiteenlopen mensen die niet in de eerste plaats voor elkaar gekozen hebben, maar aan elkaar gegeven zijn; de gemeenschap die met trouw en volharding tegen de stroom op roeit. Daardoor kun je ook groeien in geloof.  Je ontdekt de waarde van de gemeenschap waarin je bent geplaatst; een wonderlijk stel mensen, met Christus in het midden.  In de liturgie, in de eredienst, en in de kleine bijeenkomsten doen we de ervaring op van de Emmaüsgangers. Waar twee of drie samenzijn is hij in ons midden en kunnen we de kracht van de Opgestane ervaren. Geloven we dat werkelijk? Of gaan we weer terug naar Jeruzalem zonder dat we Christus hebben gezien en met elkaar overleggen om de zaak weer zo goed mogelijk te regelen? Veel gepraat in de kerk, ook van actieve betrokkenen, komt op het laatste neer. De ervaring dat je totaal aan de grond gaat zit, het echt niet meer weet… en in die situatie door Hem wordt opgezocht. ‘
Hoe missionair is dit?
‘Het missionaire is hier helemaal niet weg. Want vanuit de ontmoeting met Christus trek je er op uit  om het anderen te vertellen. Let wel: we zijn gezonden, als schapen onder de wolven. Geen succesverhaal; de wereld zit er niet op te wachten.  Het is niet realistisch om te veronderstellen dat de kerk met wat meer eigentijdse vormen weer gaat bruisen. Realistisch is het wanneer je de gemeenschap met Christus ervaart vanuit zijn opstanding en niet anders kúnt dan het evangelie te vertellen.  Als schapen onder de wolven – een dienaar is ook in dat opzicht niet meer dan zijn Heer. ‘
Vragen
Wat vind je zelf de lastigste vraag in deze crisis?
‘Het moeilijkst vind ik dat er in de lijn van de geslachten zoveel wordt afgebroken. Ik ontmoet veel mensen die de situatie terdege onderkennen, maar veel verdriet hebben over het afhaken van hun kinderen en kleinkinderen.  Gaan die dan voorgoed verloren? vragen ze me soms. Die vraag zwelt aan. Er worden uiteenlopende antwoorden op gegeven. Sommigen zetten alle kaarten op de barmhartigheid van God. Is de huidige generatie niet minstens zoveel slachtoffer als dader? Heeft God niet een eeuwig verbond van genade met hen? Als ze dertig jaar eerder geboren waren, zouden ze dan nog wel bij de kerk zijn geweest? Anderen benadrukken veel sterker de noodzaak van het geloof, de band met de kerk. Zonder geloof gaan ze toch verloren?
Ik maak geregeld besprekingen mee waarin mensen er bij me op aandringen hier een antwoord op te geven.  Ik denk dat we die vragen bij God mogen laten. Als we ze voortijdig willen oplossen, heeft dat toch weer iets van: de zaak onder controle willen hebben. We zitten in een crisis. Dit is er een onderdeel van: dat er vragen zijn, waar we geen antwoord op hebben. Met open vragen voor het aangezicht van God durven blijven staan, pleitend op zijn barmhartigheid, dat is meer de gestalte van het echte geloof dan het verzinnen van antwoorden.’
Interview door Koos van Noppen

 Zaterdag 21 april om 10.00 uur spreekt dr. Wim Dekker tijdens een IZB-bezinningsdag in de Utrechtse Jacobikerk over de vraag ‘Hoe gaan we het gesprek aan met agnostische tijdgenoten?’ Co-referent is dr. Arjan Markus. Toegang gratis. Aanmelden: info@izb.nl.
Van dr. Wim Dekker verschenen bij Uitgeverij Boekencentrum twee uitgaven: Marginaal en missionair (5e druk) en Afwezigheid van God.

Besef van crisis en urgentie is veel sterker dan tien of twintig jaar geleden – interview met dr. Wim Dekker

Een jaar geleden, op 28 april 2011, verscheen het boek  ‘Marginaal en missionair’ van Wim Dekker. De ‘kleine theologie voor een krimpende kerk’ heeft sindsdien veel losgemaakt. Inmiddels is de 5e druk verschenen. Een terugblik: ‘Er is veel meer besef van crisis en urgentie dan tien jaar geleden. ’ De publicatie van het boek heeft […]

Boekomslag Marginaal en missionair van Wim Dekker
Boekomslag Marginaal en missionair van Wim Dekker

Nieuwe boeken